Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 221]
| |
Het lied van chassé.Wie praalt aan 't hoofd der hel-denstoet? Chas-sé,
Wie heeft ge - wro - ken Hol-landsch bloed? Chas - sé.
Wie spreekt uit monden van met aal,
De Trompen en de Rui-ters taal?
Chas-sé! Chas-sé! Chas - sé!
Chas - sé! Chas-sé! Chas - sé!
Wie heeft gestraft het snoodst verraad? Chassé!
Wie redde 't bolwerk van den staat? Chassé!
Wie toonde wat de Leeuw vermag,
Dien voormaals de aard' nooit sluimren zag!
Chassé! Chassé! Chassé!
Wie heeft der muitzucht perk gezet? Chassé!
Wie 't monster in zijn nest verplet? Chassé!
Wie is, als Neerlands oudste zoon,
De hechtste steun van 's Konings troon?
Chassé! Chassé! Chassé!
Oud-Neêrland zijt gij dier en waard', Chassé!
Uw heldenroem klinkt luide op aard', Chassé!
Voor u rijst onze zegenbeê,
Wij zingen met het leger meê:
Vivat, Papa Chassé (Ga naar voetnoot*)!
|
|