Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Kom tot mij, mijn liefste! Kom tot mij, mijn lief-ste, want ik ben al - leen, Ik wacht on-der 't venster u af,- Van dat nog het zonlicht uw rui-ten be scheen, In 't zee-nat ter rust zich be -gaf- in 't zeenat ter rust zich be - gaf.- Kom tot mij, mijn liefste, want ik ben alleen, Reeds gaan al de starren ten rei, En 't uurtje zoo gunstig spoedt ijlings daarheen, Mijn liefste, kom, kom toch tot mij! Kom tot mij, mijn liefste, want ik ben alleen! Daar komt zij; zij heeft mij bespied, En fluistert: ik was er niet eenzaam, wel neen, Woont gij in mijn harte dan niet? Vorige Volgende