Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 74]
| |
[pagina 75]
| |
Door nieuw-heids - glans mis-schien be-proef-de trouw ver-drin - gen!
Hoor dan als gij mijn oog, zacht,ernstig spreken ziet:
Ver-geet mij niet! Ver-geet mij niet.
Vergeet mij niet daar 't noodlot, hoogst verbolgen,
U van mij roept, en ons tot scheiden doemt;
Daar maand op maand, ja jaar op jaar zal volgen,
Dat u mijn oog niet ziet, mijn mond u vruchtloos noemt!
Wijdmij, schoon verr van u, soms dierbare oogenblikken!
De liefde heeft zich toch naar tijd noch plaats te schikken:
Denk, dat mijn hart tot u steeds zucht met stil verdriet:
Vergeet mij niet!
Vergeet mij niet, als in denschoot der aarde
Dit hart eens rust, 't geen teeder voor u sloeg!
Denk, dat zijn min dan rijst tot hooger waarde,
Dan toen het hier, zoo zwak, licht veel gebreken droeg,
Dan zal mijn vrije geest vaak zeegnend om u zweven,
En uwer ziele troost en zoet vooruitzicht geven!
Denk dan 't is hij, die zacht in mijne ziel gebiedt:
Vergeet mij niet!
|
|