Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 62]
| |
[pagina 63]
| |
Hoor, o puik - je van de schoonen! Hoe ik u mijn min be - zing.
Als uw vriend - lijke oog-jes glimmen,
En gij door uw ven-ster gluurt,
Vrees ik duis-ter,spook noch schimmen,
Als gij, meisjen! op mij tuurt.
Donker is 't nabij en verre;
Maan noch ster verlicht mijn pad;
Maar de helderste aller sterren,
Zijt gij mij, mijn liefste schat!
Licht mij, dierbre! Blik slechts neder
Werp een kusje! Zie mij aan!
En dan brengt mijn lied zoo teeder,
Zoeten, zachten slaap u aan.
|
|