Ram maakt muziek
(2013)–Ismene Krishnadath– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Vandaag is zondag. Tante Mona en oom Min komen op bezoek. Ram is blij. Tante is zangeres en oom is muzikant. Hun bezoek is altijd een feest. Ze gaan muziek maken en iedereen doet mee. | |
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Tante zegt: ‘Dit is voor jou, een triangel.’ Het is een instrument om muziek te maken. De triangel heeft een stokje. Ram slaat ermee tegen de driehoek. Die is van staal. Het klinkt als een belletje. Mooi, hoor! | |
[pagina 5]
| |
[pagina 6]
| |
‘Ik wil ook meedoen,’ zegt nana Paul. Hij brengt zijn dhantaal. Dat is een staaf van ijzer. Nana slaat de maat met een badjauna: deng en tang, deng en tang. Zo klinkt het. (Badjauna spreek je uit als bedjauwna.) | |
[pagina 7]
| |
[pagina 8]
| |
Daar komt Afra. Zij brengt een koebel. Buurman Hendrik heeft een gong. Oom Min zegt: ‘Dat wordt een mooi orkest. Ik ben de dirigent.’ Hij pakt zijn stemvork en luistert naar de toon. Tante Mona zingt: ‘Jay Jay Suriname.’ (Jay spreek je uit als dje-ai.) | |
[pagina 9]
| |
[pagina 10]
| |
Het orkest doet: beng en tang, deng en tang, ting-tong, tjengeleng. Oom Min roept: ‘Nu de gong!’ Bong! Bong! Bong! Bong! Als de gong weer stil is, klinkt zacht alleen nog ting-tong. Dat is de triangel van Ram. | |
[pagina 11]
| |
|