Les 3 Een nieuw lied
De muziekjuf is er weer.
Vandaag gaat ze de klas een nieuw lied leren dat gaat over dieren.
De juf speelt eerst de melodie op haar fluit.
Daarna zingt ze het liedje en luisteren de kinderen.
Arlet herkent het liedje.
Ze wiegt met haar hoofd mee op de maat van de muziek.
Toen onze hond een hondje was, was hij aardig om te zien.
Nu gromt hij alle dagen en bijt nog bovendien.
Waf, woef! Waf, woef! Waf, woef! Waf, woef!
Nu gromt hij alle dagen en bijt nog bovendien.
Als de juf het lied weer zingt, mogen de kinderen zacht op hun tafel tikken.
Iwan krijgt een trom. Bij waf, woef slaat hij heel hard. Boem! Boem!
De kinderen slaan ook heel hard op hun tafels.
De juf houdt haar handen tegen haar oren.
Ze zegt: ‘Waf en woef mogen wel luider, maar niet zo luid.
Lawaai is geen muziek.’
De klas oefent het lied nog een paar keer.
Juf vraagt of iemand een ander dier kent om het lied te zingen.
Arlet roept: ‘Onze poes! Die was ook aardig om te zien.
Maar nu blaast ze alle dagen en krabt nog bovendien.’