Les 42 Het dierenboek
Seri bladert in het boek.
De plaatjes zijn prachtig.
Haar moeder kijkt met haar mee.
Er zijn veel soorten dieren.
Seri wijst ze aan en noemt de naam.
Maar ze kent niet van elk dier de naam.
Soms kent Fer de naam.
Als hij het ook niet weet, zegt tante Virgien het.
Ze ziet honden en apen, paarden, koeien en schapen.
Er zijn tijgers en beren, vogels met mooie veren.
Er is een slang, en ook een bij, en een kip met een ei.
Er is een poes in een huis, die loert op een muis.
Seri roept: ‘Pas op, muis! Poes loert je.
Hij heeft honger!’ Mevrouw Huur en Fer lachen.
Seri slaat de bladzijde om. Wow!
Een grote leeuw met wilde manen kijkt haar aan.
‘Die leeuw wil jou opeten!’, roept Fer.
Snel gaat Seri naar de volgende pagina.