Les 37 De buurt van Arjan
Arjan woont in een straat met weinig huizen.
De erven zijn groot met veel bomen.
De meeste mensen hebben koeien, schapen en kippen.
Arjan heeft ook een grote hond, Kazak.
Die bewaakt het huis en het erf van de familie.
Hij blaft hard als je op het erf komt.
Arjan roept dan: ‘Af Kazak, rustig maar.’
Achterop is er een zwamp. Zijn zus Rinia hengelt graag. Ze vangt soms een kwikwi.
Zijn broer Hennie vist het liefst met een net.
Hij gooit het net in het water.
Na een poos trekt hij het weer omhoog.
Hij heeft geluk.
Er zijn een stuk of tien vissen in het net.
Ma bakt de vissen meestal mooi bruin.
Dit keer gaan ze in de vriezer.
Ze bewaart ze voor een andere dag.
Ze heeft al bami gekookt.