Les 30 Het web van een spin
Achter het huis van Paul staat een schuur.
In die schuur woont al een tijdje een spin.
De spin is donkerbruin en heeft acht poten.
Een spin kan met zijn achterlijf een draad spinnen.
Hij maakt die draad steeds langer.
Daarmee weeft hij zijn web om zich heen.
De schuur wordt niet vaak opgeruimd.
De spin kan daar ongestoord bezig zijn.
De balk bij het plafond zit vol dikke spinrag.
De spin heeft Paul en Annie gezien.
Hij houdt zich rustig en beweegt niet.
Komen ze de schuur opruimen?
Nee, ze vinden het web prachtig.
Vooral waar het zonlicht op het spinrag valt.
Daar is het web doorzichtig.
‘Mooi hoor’, zucht Annie. ‘Kon ik dat ook maar.’
‘Dan moet je een spin worden’, lacht Paul.
Annie rilt. Nee, ze blijft liever een meisje.