Les 22 Een ongeluk
Frits is bij Imran en Urmie op bezoek.
Ze zijn op het erf, onder een manjaboom.
De boom hangt vol rijpe vruchten.
Urmie wijst naar een grote manja.
Ze vraagt wie die voor haar kan plukken.
Frits zegt: ‘Hij hangt veel te hoog.’
Imran wil het toch erop wagen.
Hij klimt in de boom tot dicht bij de manja.
De tak waarop hij zit begint te kraken.
Imran steekt zijn hand uit naar de manja.
Hij heeft de vrucht te pakken.
Hij roept: ‘Vang hem, Frits!’
Maar wat gebeurt er dan?
De tak breekt en Imran valt uit de boom.
Hij gilt: ‘Au, au, mijn arm is kapot!’
Tot in huis horen vader en moeder hem gillen
Ze rennen in paniek naar buiten.
Er is een ongeluk gebeurd met hun zoon.