Les 18 Een vis aan de haak
Op de rots liggen plastiek flessen.
Dat is geen mooi gezicht.
Wie maakt nou zo een rotzooi?
Marlon doet zijn pet op, want de zon is fel.
Over de rivier waait een zachte, warme wind.
Marlons ogen gaan langzaam dicht.
Dan stoot zijn broer hem in zijn zij.
Hij wijst naar zijn dobber, die op en neer gaat.
De dobber verdwijnt onder water.
Marlon trekt met een ruk zijn hengel op.
Er spartelt een vis aan de haak.
Ammer helpt hem de vis van de haak te
‘Die vis is mooi’, zegt hij.
De schubben glanzen in het zonlicht.
Ze lijken wel van zilver.
Marlon gooit zijn hengel weer uit.
Hij wil nog een zilvervis vangen.
Genoeg voor een lekkere maaltijd.