[Onze lievelingen]
‘MAG ik de bloemen begieten? toe mag ik, moeder?’
O, wat wilde Trude dat toch graag.
En gelukkig zei moeder:
‘Je mag, hoor! ik zal een emmer met water in den tuin laten brengen en dan kan je aan den gang gaan, jongedame.’
En gieten..... gieten..... dat Trude deed!
Klets- en kletsnat begoot ze de bloemen en de planten.
En die vonden dat wat prettig.
Het was warm en stoffig geweest den heelen dag en de bloemenjurkjes hingen er verflenst bij.
En hoe frisch en fleurig zagen ze er nu opeens weer uit.
Wiet, wiet, wiet! zongen de vogels op het hek.
‘Wat een fijn plasje is dat daar tusschen de bloemen. Ga nu gauw een beetje verderop, Trude, dan kunnen wij een frisch badje nemen. Toe Trude, schiet een beetje op!’
En alsof Trude echt de vogeltaal verstond, zei ze meteen al:
‘Ziezoo, hier is het klaar... ik ga verderop, vogels.’
En dit was nu juist wat de vogels zoo graag wilden.