Woord vooraf
Politieke Theorie en Geschiedenis omvat een keuze uit de verspreide opstellen en voordrachten van prof. dr. E.H. Kossmann, aan de auteur aangeboden bij zijn afscheid als hoogleraar in de geschiedenis na de Middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Het comité heeft in overleg met de auteur bij de samenstelling twee doeleinden nagestreefd. Het heeft een representatief beeld willen geven van de belangstelling en het werk van de auteur gedurende een periode van vijfendertig jaar, en daarbij een aantal soms moeilijk terug te vinden publikaties opnieuw toegankelijk willen maken; maar tevens heeft het gepoogd deze geschriften zodanig te groeperen dat het geheel als een zelfstandig en samenhangend betoog gelezen kan worden. Het boek opent met een drietal beschouwingen van principiële aard, gevolgd door een reeks die chronologisch naar onderwerp gerangschikt is. Tot besluit is een aantal biografische verhandelingen opgenomen. In vrijwel al deze hoofdstukken keert, telkens vanuit een ander gezichtspunt. de vraag terug naar de betekenis en functie van de politieke ideeën in de geschiedenis van de Nederlandse en andere Westeuropese samenlevingen.
Kossmann behandelt de politieke theorie als historicus. Het is niet zijn bedoeling om een stelsel te ontwerpen of om de stelsels van anderen op hun interne consistentie te toetsen, maar om na te gaan wat de werking van bepaalde denkbeelden in een gegeven maatschappij uit het verleden geweest is. De manier waarop de belangrijkste politieke en sociale ideeën uit de Nederlandse en Belgische geschiedenis werden gevoegd in het kader van de toenmalige samenleving was een van de meest verrassende aspecten van Kossmanns grote studie De Lage Landen 1780-1940 (eerste druk 1976). Het is misschien niet zonder invloed op deze wijze van benaderen geweest dat Kossmann zijn loopbaan begon als kenner van het ancien régime, het klassieke tijdvak van de politieke theorie. Hij heeft bovendien welbewust aansluiting gezocht bij hetgeen in het buitenland op dit terrein gedaan werd. Zijn eigen levensomstandigheden, die enige afstand tot de Nederlandse verhoudingen toelieten, steunden hem hierin.
In het opstel ‘Lotgevallen’, in deze uitgave voor het eerst gepubliceerd, schetst Kossmann het intellectuele milieu van zijn voorouders. Dit milieu werd beheerst door de cultuur van de Duitse romantiek. Kossmann zelf legde zich tijdens en na zijn studie te Leiden echter toe op de Franse geschiedenis; hij verbleef voor onderzoek in Parijs, en promoveerde in 1954