Kinderversjes(1923)–Nellie van Kol– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Schommelen. Schommele-schommele-schommele-schop, eventjes neer en dan weer óp, eventjes óp en dan weer néér, dertig, veertig, vijftig keer! Ik wou wel tot honderd toe! Ik ben 't schommelen niet gauw moe! Maar de vriendjes, schommele-schop, willen er óók zoo dolgraag op! Veertig - vijftig! Nu gezwind ik er af! Het volgend kind mag er, schommele-schommele-schop, óók een vijftig tellen op. Dertig, veertig, vijftig keer eventjes óp en dan weer néér, eventjes néér en dan weer óp, - leve de schommele-schommele-schop! Vorige Volgende