Kinderversjes(1923)–Nellie van Kol– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Klein kleuterke. Waarom? Schommelen. Wippen. Jantje's geheim. Kees gaat op reis. Tolletje. Prettig thuis. Klein ukkepuk. Een grappig ding. Een koffiepraatje. Bino. Het meezennestje. Vogeltje in den boom. Altoos pret. Een schrik. Hoe de dieren samen praten. Schooltoe en huistoe. Die maan. De wolken. Praatje met de maan. Als ma piano speelt. Drie kleine kabouters. Kersje, kersje! Scharenslijpen. Koekjes. Stoffeltje. Het luie herdertje. Paardje rijden. Zoet schaapje. Braaf poesje. Een klucht. Mijn huisje. Kleine katrijne. Allemaal naar bed! Slaapliedje. Een beste bakker. Jantje en Jaantje. Hazen muziek. De slimme ooievaar. Op een mooi kasteel. Briefwisseling. De nieuwe woning. Verkleumde schaapjes. De veerman. Girofle-girofla. Doe, doe, slapedoe! Dom varkentje. Hemelschaapjes. Kippenwandeling. Ganzenverdriet. Het signaal.