De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] De goede herder spreekt ‘Het klagen van uw stem naar mij, Dat riep van ver mij naderbij. Arm lam, in dorens bang verward, Ik neem u aan mijn levend hart. Ik raap u uit uw zonden En kus uw roode wonden. ‘Ik ken wel roode wond en pijn, Ik weet wel hoe de menschen zijn. Arm lam, verschrikt en opgejaagd, Ik weet wel waar uw stem van klaagt. Ik draag u uit dit schreien In 't bloeien van mijn weien. ‘Mijn bloemenweien geuren zoet, Haar geur uw pijn genezen doet. Arm lam, dat aan mijn Harte beeft, Ik draag u waar mijn lente leeft. Daar zingen engelkoren Voor 't lam dat was verloren.’ Vorige Volgende