Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] XII O, dat ik haten moet en niet vergeten! O, dat ik minnen moet en niet vergaan! Ach! Liefde-in-Haat moet ik mijzelven heeten, Want geen kan de andere in mijn hart verslaan. In droef begeeren heb ik neêrgezeten, In dreigend gillen ben 'k weêr opgestaan... Wee! dat ik nooit dat bitt're brok kon eten, Van stil te zijn en héél ver weg te gaan. Eén hoop slechts. één, één enkel zoet vermeenen, Eén weten, maar ik kan het niet gelooven... Ach, dit: dat rusten onder groene steenen Een eeuwig rusten is, in één verdooven, En dat de dooden niet in donker weenen Om 't zoete leven met hun liet daarboven. Vorige Volgende