Het leven, gevoelens en zonderlinge reize van den landjonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk (2 delen)

Inhoudsopgave

Voorreden.

Het leven van den land-jonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk. Eerste boek. Eerste hoofdstuk. De stamvader van het oud adelyk geslacht.

Tweede hoofdstuk. Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk.

Derde hoofdstuk. De collatie.

Vierde hoofdstuk. Men zet Mozes Zaaymannius een paruik op.

Vijfde hoofdstuk. Domine en zijn vrouw draaven naar het kasteel toe.

Zesde hoofdstuk. Zamenspraak over den doop.

Zevende hoofdstuk. Zeldzaam voorval.

Agtste hoofdstuk. Willem van Borzelen en Emma van Vliet.

Negende hoofdstuk. Emma bij het graf van haaren minnaar.

Tiende hoofdstuk. Vertrouwlijk gesprek tusschen de Barones en Emma.

Elfde hoofdstuk. De vroedmeester Snavelsnuitsius.

Twaalfde hoofdstuk. Jonker Derk wordt gebooren.

Dertiende hoofdstuk. Professor L***.

Veertiende hoofdstuk. De eertitels.

Vijftiende hoofdstuk. Toestel tot eenen plegtigen optogt.

Zestiende hoofdstuk. La Fleur, en Collinette du Bois.

Zeventiende hoofdstuk. Staatige optogt naar de kerk.

Achttiende hoofdstuk. De commissie uit het dorpsbestuur.

Negentiende hoofdstuk. De oorsprong der wapens.

Twintigste hoofdstuk. Het klooster leven.

Een-en-twintigste hoofdstuk. Het vertrek van den professor.

Twee-en-twintigste hoofdstuk. De leeuw.

Drie-en-twintigste hoofdstuk. De droom.

Tweede boek. Eerste hoofdstuk. Het vertrek der reizigers.

Tweede hoofdstuk. Karakterschets van Barend van Poederen.

Derde hoofdstuk. De herberg.

Vierde hoofdstuk. Utrecht.

Vijfde hoofdstuk. De domkerk.

Zesde hoofdstuk. De oorsprong der begraafenissen in de kerken.

Zevende hoofdstuk. De Inquisitie.

Agtste hoofdstuk. Cornelia van Wormer in de vierschaar van den Inquisitie-raad.

Negende hoofdstuk. De trekschuit.

Tiende hoofdstuk. Charlotte Dumoron.

Elfde hoofdstuk. De Baron in een gezelschap van geleerden.

Twaalfde hoofdstuk. Eene nieuwe regeeringsvorm.

Dertiende hoofdstuk. Barend van Poederen by Charlotte Dumoron.

Veertiende hoofdstuk. De brief.

Vijftiende hoofdstuk. 't Vertrek van den Baron naar Amsterdam.

Zestiende hoofdstuk. De leevendige leeuw.

Zeventiende hoofdstuk. De beurs.

Agttiende hoofdstuk. Het raadhuis.

Negentiende hoofdstuk. Het coffijhuis.

Twintigste hoofdstuk. De open tafel.

Een-en-twintigste hoofdstuk. De rijdtuigen.

Twee-en-twintigste hoofdstuk. De schouwburg.

Drie-en-twintigste hoofdstuk. De secretaris declameert in zijne slaapkamer.

Vier-en-twintigste hoofdstuk. De Jooden Kerk.

Vijf-en-twintigste hoofdstuk. Charlotte Dumoron.

Zes-en-twintigste hoofdstuk. De buitenplaats.

Zeven-en-twintigste hoofdstuk. Smertelijke teleurstelling.

Het leven van den land-jonker Govert Hendrik Godefroi van Blankenheim tot den Stronk. Eerste boek. Eerste hoofdstuk. De secretaris ligt nog te bed.

Tweede hoofdstuk. Zonderling voorval den Baron te Broek in Waterland overkoomen.

Derde hoofdstuk. Vertrek naar Alkmaar.

Vierde hoofdstuk. Eenvouwige oorzaak van de verschillende beöordeelingen der menschen omtrent dezelfde zaaken.

Vijfde hoofdstuk. Alkmaar.

Zesde hoofdstuk. Hoe ongelukkig het zij officiers plaatsen te verkoopen.

Zevende hoofdstuk. Beschrijving van een schipbreuk, voorgevallen op de banken tusschen Petten en Calansoog.

Agtste hoofdstuk. Vertrek van Alkmaar naar de Beverwijk en Haarlem.

Negende hoofdstuk. Over de vrijheid en derzelver invloed op de vermogens van den geest.

Tiende hoofdstuk. Vertrek van Haarlem naar Leijden.

Elfde hoofdstuk. Groote gebreken der geleerden.

Twaalfde hoofdstuk. Leyden.

Dertiende hoofdstuk. Vertrek van Leijden naar Rotterdam.

Veertiende hoofdstuk. Zeer veelen worden ongelukkig door de pracht omtrent lijkstaties en den rouw na te volgen.

Vijftiende hoofdstuk. Zonderling voorval in den donkeren nacht.

Zestiende hoofdstuk. Vertrek van Rotterdam naar Dortrecht.

Zeventiende hoofdstuk. De storm.

Agttiende hoofdstuk. Breda.

Negentiende hoofdstuk. Het valt hard op zijn eigen grond niet te mogen jaagen.

Tweede Boek. Eerste hoofdstuk. Het doopen der klokken.

Tweede hoofdstuk. Antwerpen.

Derde hoofdstuk. De gelaatkunde.

Vierde hoofdstuk. De eerste Christen Kluizenaars.

Vijfde hoofdstuk. De oorsprong der kloosters en andere geestelijke gestichten.

Zesde hoofdstuk. De oorsprong der vrouwen kloosters.

Zevende hoofdstuk. De estaminet's, of bierhuizen.

Agtste hoofdstuk. De Baron gevoelt eenen heiligen eerbied.

Negende hoofdstuk. Charlotte Dumoron wedergevonden.

Tiende hoofdstuk. De vergiffenis.

Elfde hoofdstuk. Charlotte sterft.

Twaalfde hoofdstuk. Vertrek van Brussel naar Gent en Brugge.

Dertiende hoofdstuk. Beschreienswaardige staat der negerslaaven.

Veertiende hoofdstuk. Wreede behandeling aangedaan aan eene negerin Hadeälida genaamd.

Vijftiende hoofdstuk. De Italiaansche zanger.

Zestiende hoofdstuk. Brugge.

Zeventiende hoofdstuk. Het ongelukkig lot van Therese de Villars.

Agttiende hoofdstuk. Vertrek van Ostende naar Leuven.

Negentiende hoofdstuk. De Freule Cunegonda van Balderen tot den Plomp.

Twintigste hoofdstuk. Eene onverwachte en treurige gebeurtenis.

Een- en twintigste hoofdstuk. Terug reize naar het kasteel.