Bloed in de sneeuw. Karelisch front, februari-juni 1943(1943)–George Kettmann jr.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Op het heldenkerkhof bij Riga Voor V. Dombrovski Op de ontstelde paarden, die het voorheen strak, half onder sneeuw, in steen zijn uitgehouwen, ontglipt den ruiters, waar hen 't staal doorstak, den teugel - 't zwaard valt uit de hand en wie 't aanschouwen, is 't of hun stervenszucht hier hoorbaar langs hen strijkt. Der helden dood wordt stil in 't wintermorgengrauwen tot roem van Letland, die niet uit de luchten wijkt en omloopt in het veld van ingegrifte namen. In 't hooger midden, waar de oudste zoon bezwijkt, terwijl de jong're neergestort sterft met hem samen, verrijst de Moeder - en haar smart stijgt òp tot trots; gestreng en lieflijk is zij, gróotsch in het omvaêmen van beî haar zonen, 't Volk en de bestiering Gods in éen klaar schouwen boven stukgeslagen droomen, die toch éen droom hield: Letland, hard gelijk een rots. De horden - wolken met den stormwind - mogen komen, als 't moet nog morgen, weer en wéer - ze slaan uiteen en blauwe lente overstraalt de doode boomen. Op 't heldenkerkhof springen langs den rand van steen de roode en blauwe bloemen: 't nieuw geluk der dagen rijdt door de poort die eenzaam en vergeten scheen, waar nog de paarden driest de doode ruiters dragen. 't Zal lente zijn in Letland: jeugd in Letland groet de Moeder bij haar zonen, in den storm verslagen. Vorige Volgende