Volledige werken. Deel 13(1873)–Pieter Frans van Kerckhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De oude sukkelaar Ik ben een oude sukkelaar, Het leven valt mij bitter naar, Geen arbeid was mij ooit te zwaar, 'k Was immer eerlijk ambachtsman; Maar nu ben ik een oude man, Die langer niet meer slaven kan: Ik schiet er over! Ik heb geslaafd, gewrocht, gewroet, Mijn krachten en mijn jeugdig bloed, Zooals een brave werkman doet, Ten offer aan mijn baas gebracht, En immer mijnen plicht betracht. De dag verdween, het is thans nacht; Ik schiet er over! [pagina 148] [p. 148] Mijn baas werd, zooals ik, ook oud; Maar in zijn kisten heeft hij goud, En 's winters is 't voor hem niet koud, Hij ziet zijn zaken goed nog gaan; Hij nam slechts jonger werkliê aan, En ik moest van den winkel gaan: Ik schiet er over! Ik was gelukkig in de trouw; Ik had een goede, brave vrouw. Zij stierf en liet mij in den rouw; Zij trok naar Godes zaalge woon En leeft daar in 't oneindig schoon; Zij krijgt daar voor haar deugd het loon; Ik schiet er over! Drie kindren had ik uit mijn echt. Geen heeft mij zijne woon ontzegd; Maar allen hebben het zoo slecht. Het leven is zoo bitter duur; De winter is zoo lang en guur; Gegeven beten zijn zoo zuur! Ik schiet er over! o Goede God! heb medelij En help mij uit dit treurig lij'! De dood slechts maakt mij, armen, vrij. 'k Ben als een oude boom geknot; Heb medelijden met mijn lot, Neem mij van de aarde, goede God! Ik schiet er over! Vorige Volgende