Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1269] [p. 1269] Liefde. Ik sprak tot haar en zij tot mij; ‘Wij beiden beminne' elkander, niet om zingenot doch om de Liefde, die bestaat uit God; wij zullen minnen, tot de dood komt scheiden.’ 't Was lente', als we in liefdevol verblijden van weeldetoekomstdroom zoo spraken tot elkander van 't ons-beiden bindend lot, en dat we in stilte liefdetranen schreiden. De lente vlood, de gaarden werden groen, waartusschen roode en gouden vruchten blonken. In eigen hof, omrankt van blond festoen, zat blij de Moeder; stamelklanken klonken. Wij zagen rozen van jong leven bloein en dankten God, van oudervreugde dronken. Vorige Volgende