Verzameld werk. Deel 2(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 825] [p. 825] Oosters à la maniere d'Angelus Persiacus Hosaïn indachtig Wie kan na zulk een groet vol perzisismen, vol lente en bloemen in gebreke blijven! Al leef ik ook aan oceaan van pessimismen, Pen, wij gaan dankbaar rijmend Oosters schrijven! Waar Hosaïn-Mirza de Soeltaan gaat wandelen rond Héraat dicht hij verzen op amandelen. Heeft hij te kort aan maagzuur of houdt de nap, hem aangeboden, zijn geheim van 't dichterschap? De schenker heeft al veel en vaak geïnspireerd, maar nooit de pessimist aan de oceaan. Zijn zangdrift hoeft niet door wijn geïnfiltreerd te zijn om voor een amandel vonk te slaan. De eerste naast de Soeltaan, hij, die de boom houdt vast, voelt heel de aarde kloppen in de satijnen bast. Zijn fijne hand trilt van het groot geweld, dat durend 's werelds zwangerschap voorspelt. De forse kop daarachter met royale baard en de orchidee van haren onder de neus waakt over het gezelschap naar zijn aard en 't weet zich veilig steunend op zijn reus. Eén staat er bij en kan zijn handen vouwen. Hij streelt zijn wangen aan de wijngekruide lucht. Hij ziet de vriendelijke met de lange mouwen, begrijpt maar niet, dat die daar niet om zucht. Die hoveling toch, met in zijn fraaie baard die leuke T, wat heeft hij in die mouwen? Hield hij zijn handen niet te wel bewaard of schonk de Soeltaan hem dit blijk van vertrouwen? [pagina 826] [p. 826] Hij kijkt zo minzaam naar de schone knaap, die rechts hangt uit de lijst der miniatuur, met rode sokjes als van robijnenvuur. Droomt hij zich reeds bewaarder van diens slaap? Het edele paard bevorderen tot orkest geschiedde reeds in veertien vijf en tachtig. Wie slaat de maat hier en wie doet de rest? Peinzen alleen, hoe schoon, wordt soms te machtig. Het paard bekijkt de stok. Het droomde een droom. Waar is die nu? De page trok aan de toom. In toekomstwijd visioen zag 't al zo veel, zelfs de collecte voor de huzaren van Boreel. Van drie personages op de kim en een, die met zijn kopje om de lijst verscheen, wordt de houding liever niet gememoreerd. Er werd hier zingend al te veel beweerd. Eén rest er met zwaar hoofd. Zijn elleboog rust op een plantengordel van de aarde. Wat hoort mijn oor, wat ziet mijn oog? Ach, dat de Soeltaan mij dít toch bespaarde! Engeloes Persiacoes! Die hofman heeft gelijk! Doof toch de vonken van die dichter met een spuit of zeg hem iets, waarop hij neemt de wijk, als: spring in je oceaan, maar, liereman, besluit! Vorige Volgende