Verzameld werk. Deel 2(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 776] [p. 776] 1946 Vernieuwing Ik zit aan de rand van een oude tijd en achter mij ruisen verouderde bomen. Mijn oude dromen ben ik alle kwijt en nieuwe schijnen niet meer te komen. Worden geen nieuwe meer aangemaakt? Behoef ik er geen meer te beleven? Van al waar ik nu door wordt aangeraakt, kan niets mij de lust tot de droom hergeven. Zo wacht ik op de oude en simpele zon, die dichteres van mijn kort bestaan. Maar wilde ik wel, zo dat al kon, voor altijd ondergaan? Daar is de Geweldige Zon en beschiet mijn denken met haar roodste licht, dat mijn hoofd staat te zindren, als vocht zich een lied op uit de beharing van mijn gezicht. Er vormen zich rond haar verruk'lijke bal weer droomrige stelsels van uren in vuur en mijn zinnen tintlen weer overal van het nieuwste licht in een nieuw azuur. Vorige Volgende