Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 474] [p. 474] Onwaarschijnlijk Toen is dat meisje beginnen te lopen rond dat goudentientje, waar de zon in scheen: ‘Met de zon is zoveel te kopen en dat alles voor mij alleen. Waar zullen mijn schoudertjes dragen dit oranje licht in zulk een overvloed? Zal ik niet liever dit de bloemen vragen, die altijd weten, hoe het moet?’ Zo is dat meisje blijven dwalen rond dat tientje tot zonsondergang. En zo vond ik haar slapend ademhalen met dat verdonkerd schijfje onder haar wang. Het had dus nog altijd niets uitgezocht en niets gekocht. Vorige Volgende