Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Overgang De bok in mij staat voor een boom te peinzen. Het ruist ook zo verrukkelijk daar boven. Ik volg die zang in opstorm en in deinzen, al ben ik te oud haast het nog te geloven. Ik luister naar de veelheid van de blaren. Het wordt niet stil in dat intense leven. Een koel gevoel komt in mijn haar gevaren en ik rijs recht om nog een roep te geven, zo pastoraal en diep, maar heel mijn weten van thans kan 't vuur van vroeger niet doen branden en in gebaar, waarin begeerten meten zich met vaarwellen, strek ik stom mijn handen. Vorige Volgende