Limburgensia

136. Piet Schepens. Hendrik van Veldeke, Middelnederlandsch dichter. Gent, v. Rysselberghe & Rombout, (1927). 88 blz.

Al is Henric van Veldeke niet in Oost-Limburg geboren, doch in ‘het andere Limburg’ ten Westen van de Maas, wij, Limburgers van Rijks-Nederland, rekenen den dichter der St. Servaaslegende toch ook maar tot een van de onzen, evenals Jan van Eyck en Dionysius de Karthuizer, die trouwens lang in Roermond verbleef. Henric van Veldeke heeft waarschijn-

[p. 119]

lijk zekeren tijd in Maastricht gewoond, in verband met het schrijven van den lofzang op den Grooten Heer van Tricht. Het is eenigermate een probleem, zooals nagenoeg alles in het leven van den Loonschen zanger. Schepens, die een populair werkje over Veldeke wilde schrijven, laat problemen liever terzijde en vertelt op bevattelijke wijze omtrent den eersten dichter der Nederlandsche literatuur. Om den lezer een idee te geven van Veldeke's werk, citeert Schepens ruim uit diens scheppingen, o.a. uit de minder bekende Minnesanghen. Een uitvoerige bibliographie dient als wegwijzer voor degenen die Veldeke nader bestudeeren willen.