Beeldende kunst, monumenten, enz.
119. J. Bechtold en G. Goossens. Tegelsche Volkskunst. Maastricht, ‘Veldeke’, 1943. (160 blz.)
Tegelen werd in onzen tijd niet alleen vermaard vanwege zijn Passiespelen, doch ook door zijn volkskunst, die natuurlijk heel en al verbonden is aan de klei. Deze volkskunst is in deze omgeving, in de streek, op Nederlandsch en Duitsch gebied, sedert eeuwen inheemsch. Met prijzenswaardige nauwkeurigheid stippelen de auteurs op een landkaartje uit, waar producten van dit naieve, mooie handwerk ontstonden. Tegelen is van oudsher een centrum ervan geweest. In enkele korte hoofdstukken lezen we het noodzakelijke omtrent Tegelen en zijn cultureele sfeer, aangaande Tegelsche klei en zijn kwaliteiten, over de oude volkskunst (aardewerk in drie-kleurenklei, zwartgoed en geëngobeerde waar), de nieuwe (drie-kleuren-klei en Tegelsch bont) en de toekomst. Van niet minder belang dan deze beschrijvingen zijn de vele afbeeldingen op volle pagina, welke het boek verluchten. We krijgen ook vergelijkingsmateriaal