recht gesteld. Om den naam van pater Vinck bleef steeds pennestrijd. Van Hollandsch-protestantsche zijde zag men een verrader in hem; katholieken eerden hem als een martelaar. Opvatting van latere historici is, dat pater Vinck zeker onvoorzichtig is geweest, doch dat de procedure tegen hem en vooral tegen den rector der Jesuieten, pater Boddens, een schandvlek blijft op het bewind der Staatschen te Maastricht. Arnaud de Trega kiest nogal heftig en romantisch partij. Zijn onderwerp heeft hij ongetwijfeld goed bestudeerd, doch het boek laat den indruk van eenzijdigheid na. Het slot ervan, dat nauwelijks verband houdt met den inhoud (1673), doet al te subjectief aan.