77. Casimir Ubaghs, Les ateliers ou station dits préhistoriques de Ste-Gertrude et Ryckholt près de Maestricht. Liège, Vaillant-Carmanne, 1887. (46 blz.)
Omstreeks 1885 ontdekte de Belgische geleerde M. de Puydt de later ook in ons land vermaard geworden vuursteenateliers van Ryckholt. Zijn ontdekking vond niet terstond de waardeering die ze verdiende; het heeft in Nederland ongeveer 40 jaren geduurd eer men deze ateliers als préhistorisch erkennen wilde.... en toen waren vele van de beste stukken natuurlijk al opgeborgen in het museum van Luik. Casimir Ubaghs toonde beter begrip voor deze merkwaardige vindplaatsen. Hij exploreerde zelf in de omgeving en gaf al spoedig, in 1887, in dit werkje een beschrijving van wat er werd gevonden, hieraan toevoegend eenige algemeene beschouwingen omtrent het neolithicum. We treffen hierin dus een beschrijving aan van de werkpaatsen, van den Henkeput en van het z.g. vuursteenmijntje. Voor den schrijver werd het een aanleiding om zijn meening te zeggen over de Eburonen en in het bijzonder, over Atuatuca,