68. Felix Rutten, Ons mooie Nederland: Limburg. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1918. (214 blz.)
Dit werkje van onzen lyrischen dichter Felix Rutten is al meer dan een kwart eeuw oud bij het schrijven dezer boekbespreking en toch - hoewel hier en daar iets verouderd - nog best bruikbaar. Het moet het vreemdelingenverkeer naar ons Zuiden wel heel sterk bevorderd hebben, want het propagandistische karakter ervan is overtuigend en ook van hoog gehalte. Felix Rutten dweept met zijn geboortestreek en weet door zijn geestdrift ook anderen te bezielen. Hij beschrijft niet alleen het centrum van vreemdelingenverkeer, het Geuldal - meest dankbare object - doch heel de provincie. In de Peelstreek of benoorden Mook vat hij ons bij de hand en leidt ons, opgetogen keuvelend of in oprechte vervoering, Limburg binnen. Hij geeft voldoende van de regionale of locale geschiedenis, typeert aardig het volksleven en zingt, waar het pas geeft, af en toe een hymne aan de schoonheid onzer gouwen, monumenten, dorpen en steden. Toen hij dit boekje schreef waren mijnindustrie en scheepvaartwegen nauwelijks of nog niet in opkomst; ze genoten zijn sympathie niet. Een flink aantal kiekjes stellen ons de schoonheid van ons Zuiden aanschouwelijk voor.