eersten bisschop van Maastricht, mischien van Tongeren meteen, bemerken we een heel verschil. Van Oldenburg Ermke hoedt er zich voor Sint Servaas nog meer wonderen toe te dichten, dan fantasten in vroeger eeuwen, met mogelijk zonderlinge bijbedoelingen, al deden. Het bijzondere van dit boekje schuilt in het feit dat een modern literator zich andermaal op het leven van dezen baanbreker voor het Christendom inspireerde en dat hij het deed op een manier die men straks meer dan nu, typisch zal vinden voor onze cultuurperiode. We lezen immers van een ‘kleinen, schelen pelgrim, die voorthompelde op pijnlijke doorgeloopen voeten en die zong, als was hij dronken....’ Het iets caricaturale dus, dat de beeldende kunst van onzen tijd ook eigen is.