INt derde deel, wert Mustapha weder uytgeroepen voor Keyser, Osman ende sijn Moeder dat hoorende sijn verbaest. Celia niet connende becomen de Liefde van Silactar, maect hem wijs dat Flora met een Pagie boeleert. Osman vlucht int Huys van Janitzer Aga, die Vrede willende maken, wort dootgeslagen ende Osman gevangen. Celia doet met besweringe geesten verschijnen, inde gedaente, van Flora boelerende met een Pagie, 'twelc Silactar siende gelooft. Flora hier van niet wetende, doet verhael van hare groote Liefde, tot Silactar, ende by hem comende verwijt hy haer, hare hoererije. Mustapha sijnde seer met verschrictheyt gequelt, wort tydinge gebracht van Osmans gevanckenisse. Hy geeft de soldaten macht om Osman te brengen waer sy willen, die wort opt Casteel vande seven toornen gestranguleert.
INt vierde deel wort Mustapha vertoont Osmans oor, tot teken van zijn doot. Silactar beclaecht Floras lichtveerdicheyt, ende besluyt de waerheyt vande sake selfs te willen hooren, uyten eygen mont van Celia, hy maect hem toe als haer Biecht-vader, ende hoort soo alle de gelegentheyt, dies hy haer, toornich van hem drijft. Flora doet droevighe clachten Silactar ontdeckt haer de saeck, sy trouwen t'samen. Soltana Thiossem verstoort ouer haers soons Osmans doot, besweert de boose geesten, beveelt haer by Mustapha inden Raedt te verschijnen. Mustapha wert gekroont daer vertoonen hun den gheest van Osman, de Wraeck, en Phasarel den Boosen gheest, voorsegghende Mustapha ende Dahout hun corts aenstaende doot.
Ende heeft 't Spel hier mede EYNDE.
Een saecke is oock aenmerckens weerdich, dat al 'tghene in dit Spel, betreffende de gheschiedenisse, verhandelt wort (behalven d'uytlegginghe van Osmans Droom ende weynich anders,) ghebeurt is binnen XXIIIJ. uren. 'tWelck byde Oude Poëten voor uytmuntich gheacht, ende byden wijdt-beroemden Hollantschen Dichter Pieter Cornelisz Hooft, in zijn Gerardt van Velsen, achtervolcht is.