| |
| |
| |
Sabbats-lied.
- Hymne der voleindigden. -
1.
Hallelujah! Waar zijn woorden,
Jubelpsalmen, Uwer waard?
Eeuwig-levende, Eerste en Leste!
Hoogste Liefde, Wijste en Beste!
God des Hemels en der Aard!
2.
Tot één Huisgezin vereend,
Waar hun ziel van blijdschap weent!
| |
| |
3.
Werklijk en waarachtig is,
4.
Eeuwge! hebt Gij ons gekend!
| |
| |
5.
Gij volmaakte Uw godlijk zaad.
6.
Bange dagen, vol van strijd!
Zegt ons, waar gij heden zijt!
| |
| |
7.
Van het alverslindend Graf!
Slechts den blinddoek, stroopte 't af!
8.
God des Levens! tot Uw Troon,
Stralend met de koningskroon!
| |
| |
9.
Eeuwig de Uwe, zijn wij vrij,
Heilig, heerlijk, zoo als Gij!
10.
Misten ònze stem in 't Choor:
| |
| |
11.
Aan Uw werken, ginds op Aard,
Wat Ge ons dáár reeds deedt en waart!
12.
Van Uw langgewenschte Vreugd,
't Eenig Schoone, de Eeuwge Jeugd!
| |
| |
13.
Dat door al Uw werken speelt,
Van Uw Godlijk Deugdenbeeld!
14.
't Kind, dat Gij hebt opgevoed!
Eerste en Laatste! dat hij worde
Wat een schepsel zijner orde
Worden kan en - worden moet!...
| |
| |
15.
Hallelujah! Waar zijn woorden,
Waar de ziel in overstort'? - Vader! om met jubelklanken,
Uwer waardig U te danken,
Is een Eeuwigheid te kort!
|
|