De verloren zoon als letterkundig motief
(1952)–J.F.M. Kat– Auteursrecht onbekend
[pagina *1]
| |
II.Een Meyspel van sinnen, van menschelijcke broosheyt van Jacop Lawijts, in 1551 te Amsterdam opgevoerd, heeft een overheersend-katholieke geest. | |
III.Een Bedelaer uit ‘Zedeprinten’ van Constantijn Huygens vertoont opvallende overeenkomst met de traditionele vagebonden-literatuur. | |
IV.De critieken van Lodewijk van Deyssel hebben dikwijls alleen waarde als proza. | |
V.De Boom van groot Verdriet van Henriëtte Roland Holst-Van der Schalk vertoont sterke invloed van André Gide. | |
VI.De psychische en geestelijke ontwikkeling van Guido Gezelle vanuit levensangst tot levensaanvaarding, vanuit zondebesef tot Godsvertrouwen, is het duidelijkst te vinden in de gedichten Waarom en kunnen wij niet (4 April 1859) en Ego Flos (17 November 1898). | |
VII.In de thans gebruikelijke nederlandse vertaling van de liturgische gebeden is ten onrechte de latijnse relatieve bijzin (‘Deus, qui’ etc.; ‘Deus, a quo’ etc.) weergegeven door een coördinerende hoofdzin. | |
[pagina *2]
| |
VIII.Bij de uitspraak (en spelling) van algemeen inburgerende vreemde woorden moet een op ondeskundigheid berustende ontaarding worden tegengegaan en niet als ‘vernederlandsing’ worden geduld. | |
IX.Een zich te uitsluitend aanpassen van de schrijftaal bij de dagelijkse omgangstaal leidt tot taalverarming in woordbezit en constructie-mogelijkheden. | |
X.Voor de geschiedenis der nederlandse vroomheid zou een nieuwe bewerking wenselijk zijn van Servais Dirks Histoire littéraire et bibliographique des Frères Mineurs de l'observance de St. Francois en Belgique et dans les Pays-Bas (Anvers 1886). | |
XI.Van Een devoet boecxken ghemaect ende ghecorrigeert by broeder dierick van munster ‘Van der minnen jhesu en marien’ moet een uitgave bestaan, gedrukt te Leuven door Joh. Westfalen in 1499, hoewel de cataloog der wiegedrukken geen exemplaar kent. | |
XII.Het beeld, dat Ds. Vorster in zijn boek Protestantse Nederlandse Mystiek op blz. 142 geeft van de katholieke mystiek, is in strijd met de katholieke opvatting en wordt weerlegd door de geschriften en de levenshouding van de grootste mystici, in het bijzonder van Ruusbroec. | |
XIII.Een critische uitgave van de Imitatio Christi zou zeer gewenst zijn. | |
XIV.Tegen sterke differentiëring van het begrip spiritualiteit zijn bezwaren. |
|