Blawki en het boterhammenbed
(1992)–José Kamps– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
‘Dag Neus,’ zegt Blawki vrolijk, ‘ik heb je net gemaakt. Nee, we gaan niet spelen. Je ziet er zo moe uit. Ik ga een bed voor je maken en dan ga jij eerst wat slapen. Wat denk je hiervan Neus?’ Blawki heeft een snee brood gepakt. ‘Is dit niet een mooi zacht bed voor je om op te slapen?’ | |
[pagina 3]
| |
Maar Neus wil helemaal niet slapen. En ze is ook niet tevreden met het bed. Daar moet toch een laken op liggen, vind ze. ‘Ik heb denk ik wel een laken voor je,’ zegt Blawki. Hij pakt een mes en de boterpot en smeert dik boter op de boterham. ‘Zie je wat een mooi laken ik voor je maak? | |
[pagina 4]
| |
Ach Neus, ik ben nog vergeten een kussen op je bed te leggen. Ik ga het meteen pakken.’ Blawki haalt een schijf komkommer en legt het op het bed. ‘Zo Neus, kruip er nu maar in.’ | |
[pagina 5]
| |
Maar Neus kruipt er niet in. Want ze wil alleen in bed als er ook iets over haar heen komt te liggen. ‘Ja, ja, het is goed.’ Blawki pakt nog een snee brood en ook de pot jam. En hij maakt een prachtige jam-deken. | |
[pagina 6]
| |
Dan legt Blawki Neus in bed met de jam-deken over haar heen. Maar oei, de deken is veel te groot. Je kan Neus helemaal niet meer zien. Blawki snijdt maar een stuk van de deken af en ruimt dat op in zijn mond. Gelukkig, nu past de deken precies. | |
[pagina 7]
| |
Maar tóch wil Neus nog niet slapen. ‘Mis je je knuffeldieren soms?’ vraagt Blawki. Neus knikt. ‘Tja, waar liggen ze dan? Ik zie ze niet op de tafel, ze liggen niet onder je bed. En ook niet op de grond hoor. Liggen ze misschien op de kast? | |
[pagina 8]
| |
Zijn jouw knuffels die lekkere rozijntjes? Hier heb ik ze. En als je nou met al die knuffeltjes in bed nog niet kan slapen, dan weet ik het niet meer, Neuzeneus. Nog een dikke nachtzoen, en nu gaan slapen hoor.’ Neus is stil..... Het is heel stil..... | |
[pagina 9]
| |
‘Ja maar,’ klaagt Neusje ineens, ‘mijn buik, mijn buik is zo warm.’ Blawki zucht en besluit de deken dan nog maar wat korter te maken. Hij snijdt er een stuk af en eet het op. ‘Zo beter?’ | |
[pagina 10]
| |
Neus schudt van nee. ‘Zijn je benen ook te warm? Dan haal ik toch nog een stuk van die deken af.’ Maar die Neus blijft maar door jammeren. Nu zijn het weer de voeten. Blawki wordt helemaal dol van het gejammer. ‘Jij slaapt maar zonder deken.’ roept Blawki tenslotte boos uit. En eet de hele deken op. | |
[pagina 11]
| |
Wat heeft hij toch een zeurpiet gemaakt! En Neus houdt ook niet op met zeuren. ‘Wat nou weer, kan je nog niet slapen?’ ‘Nee’, piept Neus, ‘maar ik kan er echt niks aan doen. Want de knuffels liggen zo te wiebelen en te draaien. Blawki, wil je ze alsjeblieft uit bed halen.’ | |
[pagina 12]
| |
‘Goed.’ Blawki pakt de knuffeltjes weer en peuzelt ze een voor een op. En dan, het is bijna niet te geloven, ligt Neus stil en tevreden op haar bed. ‘Nu lig je goed hè’, zegt Blawki opgelucht. ‘Ga maar lekker slapen.’ En het is stil..... Weer heel stil..... | |
[pagina 13]
| |
‘Blawki,’ wordt er zachtjes gefluisterd. ‘Blawki, mijn hoofd. Het is alleen nog maar mijn hoofd dat niet goed ligt. Het kussen is echt te hoog, je moet het kleiner maken.’ Boos eet Blawki een hap uit het kussen en legt het dan weer op zijn plaats. Maar bah, wat is die Neus vervelend. Nu is het kussen weer te klein. | |
[pagina 14]
| |
Mokkend draait ze zich om op haar buik. O jee, haar lange prikneus blijft in het matras haken. Neus woelt en wiebelt tot ze weer loskomt. ‘Jakkes,’ jammert ze, ‘jakkes, mijn hele buik zit vol boter Blawki. Ik wil niet op een vies vet laken slapen!’ Maar nou is Blawki het wel zat zeg. Dat gemopper van die Neus hangt hem de keel uit. | |
[pagina 15]
| |
Hij pakt haar hoofd en stopt het pardoes in zijn mond. Daarna eet hij gewoon de hele buik op. Zo, afgelopen, uit. Eindelijk rust. Neus is op. Moet ze maar in mijn buik gaan slapen. Kan ze zeker weer niet slapen omdat ze haar bed mist. | |
[pagina 16]
| |
Ik zal het maar meteen nasturen. Blawki snijdt het bed in stukken. Op alle stukken smeert hij jam en stopt ze in zijn mond. Blawki luistert aandachtig tijdens het eten. Gelukkig, Neus laat niets meer van zich horen. Ook niet als alles op is. Zou ze dan eindelijk zijn gaan slapen? Blawki zucht tevreden. Zijn boterham is op. |
|