Opdraght, Aan den Konstlievenden Triaal Parker.
GOnstige Broeder,
Ik breng hier voor U.E. Muliassus den Turk, het welk u van een voortreffelik Poët in 't Engelsch is voorgestelt, en my van u overgezet. Hy komt u niet voor als ghy wel vermoed had, maar naakt, ongewapent, om zoo veel bitze stormen af te staan, als hem nu boven 't hooft hangen; doch meest van waanwijzen, die niet willen, of konnen inzien, dat een Leerwerk zoo goet niet kan uitvallen, als een Meesterstuk; maar ik hoop dat gy hem aan zult zien met meêdoogende oogen. En zoo gy bevindt dat ik de Poët zijn woorden gekrenkt, en 't rechte padt