Zeemansliederen(1876)–H.C. Juta– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Duc d'Alfs bril. Heb je wel gehoord van den Briel en den Geus Nu driehonderd jaar geleden? Duc d'Alva had toen een bril op zijn neus Van bloedroode glazen gesneden. April, April, April doet wat hij wil; Maar Maart verschrikte 't Land Maar Maart verschrikte 't Land Met hangen en bangen, van iederen kant. Met hangen en bangen, van iedren kant. Toen kwam voor den Briel met zijn schepen de Geus, En stapte maar kloek te lande, Hij rukte Duc d'Alf den bril van zijn neus En blindde den dwingland met schande. April, April, Kostte u, Duc d'Alf, dien bril; En 't klonk nu weer vol moed: En 't klonk nu weer vol moed: 'Wij wagen voor vrijheid ons goed en ons bloed!' 'Wij wagen voor vrijheid ons goed en ons bloed!' [pagina 30] [p. 30] Deden dat de Vad'ren voor Driehonderd jaar, Voor Driehonderd jaar geleden, Zeg, zijt ge nu nog zoo kloek in gevaar, Gij Geuzen van gistren en heden? April, April, April, zoo God het wil, Hergeeft nu heer en knecht Hergeeft nu heer en knecht Te strijden ten doode voor vrijheid en recht. Te strijden ten doode voor vrijheid en recht. dr. j.p. heije. Vorige Volgende