Zeemansliederen(1876)–H.C. Juta– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Het afscheid. Toen ik voor de eerste maal ging varen, En van mijn moeder afscheid nam, Ik zal het nooit! neen nooit! vergeten, Hoe mij toen 't vocht in de oogen kwam; En hoe zij mij, die lieve moeder! Al weenend in haar armen sloot. Ik zal het nooit! neen nooit! vergeten, Al is zij nu al jaren dood. Al snikkend sprak zij bij het scheiden: O! blijf toch altijd flink en goed! Word nooit losbandig, beste jongen! O! blijf in 't diepst van uw gemoed God en Zijn heilgen wil vereeren. Zoek nooit in kwaad of zonde uw eer, En kom van al die verre streken Steeds als: 'Mijn jongen' tot mij weer. [pagina 22] [p. 22] Dat woord het klinkt mij nog in d' ooren, Als 'k in de stilte van den nacht Aan haar gedenk, die mij zoo liefhad, Met zooveel zorg heeft groot gebracht; In menige ure van verzuchting Was 't mij of ik mijn moeder zag, Alsof ik weer haar stem mocht hooren, Als op den eersten afscheids-dag. v. mallinckrodt. Vorige Volgende