derland bij de Europese Unie, Laurens Jan Brinkhorst, europarlementariër, Piet Dankert, europarlementariër, Stuart T. Eizenstat, ambassadeur van de Verenigde Staten bij de Europese Unie, Uffe Ellemann-Jensen, minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken, ir M.E.E. Enthoven, directeur-generaal dg xi, mr L.J. Hanrath, plaatsvervangend Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie, Annemarie Jorritsma, minister van Verkeer en Waterstaat, prof. dr P.J.G. Kapteyn, rechter bij het Hof van Justitie, Wim Kok, minister-president, M. Kohnstamm, Ruud Lubbers, minister-president, Hanja Maij-Weggen, europarlementariër, Alman Metten, europarlementariër, drs A.J. Middelhoek, president van de Europese Rekenkamer, Hans van Mierlo, minister van Buitenlandse Zaken, Michiel Patijn, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Jean Penders, europarlementariër, Ivor Richard, lid van de Europese Commissie, C. Rutten, oud-ambassadeur, J. Santer, voorzitter van de Europese Commissie, P. de Schoutheete de Tervarent, Permanent Vertegenwoordiger van België bij de Europese Unie, D. Spierenburg, oud-ambassadeur, Gijs de Vries, europarlementariër, en Carlos Westendorp, staatssecretaris van Europese Zaken van Spanje.
Veel hulp bij mijn speurtocht heb ik gekregen van de woordvoerders Frank de Bruin, Bas Brusche, Bob Hiensch, Frits Kemperman, Peter Kramer, Klaus van der Pas, Lionel Veer, Nico Wegter, en vooral Johan van der Werff; de wetenschappers Tom Eijsbouts van de Universiteit van Amsterdam en Menno Wolters van de Universiteit Twente; de medewerkers van het bureau Den Haag van het Europees Parlement, in het bijzonder Eppo Jansen; de voorlichters van de fracties in het Europees Parlement Rose Moers van de pes en Eduard Slootweg van de evp; en de woordvoerders van het Europees Parlement Guido Naets, Monique van der Straeten en uiteraard allesweter en vriend Jacques Nancy.
Dankbaar ben ik mijn collega's op de redactie van Elsevier, met name Hugo Camps, Jaap Jansen en Elsbeth Tiedemann; de medewerkers van de afdeling documentatie van Bonaventura; de correspondenten in Brussel, van wie ik Theo Koelé speciaal wil noemen omdat hij mij liet profiteren van zijn ervaring en kennis op uiteenlopende terreinen; en Hans van der Werf en Klaas Jan