schandaal’. Maar eerlijk is eerlijk, het zinkt in het niet bij het type overheidsfalen waarover de Rekenkamer met dreunende regelmaat rapporteert. Onlangs nog het Walvis-fiasco, waarmee ettelijke honderden miljoenen euro's zijn gemoeid.
Hun financiële nietigheid maakt de affaires - affairettes? -er niet minder instructief om. Zij illustreren de agressieve wijze van politiek bedrijven van Balkenende IV, met inzet van alle denkbare pr-middelen. Doel: het beheersen van de beeldvorming. Deze aanpak getuigt niet zonder meer van politiek cynisme. Hij wortelt ook in de oprechte overtuiging dat een politicus, om gehoord en erkend te worden, de lof van zijn eigen voortreffelijkheid moet zingen. Als hij het niet doet, doet niemand het. Zorg dus voor pseudo-gebeurtenissen als ‘Schokland’ om aandacht te genereren. Uit deze personalisering, evenementisering en mediatisering komt de politiek voort van het permanent campagnevoeren van Balkenende IV.
Dat juist Koenders en Rouvoet vooroplopen, heeft er misschien ook mee te maken dat beiden een enigszins benarde ministeriële status genieten. De een als puissant rijke commensaal op Buitenlandse Zaken, de ander als een budget- en apparaatloze programmaminister. Vooral Rouvoet moet compenseren voor zijn fouten uit de formatie. Het tweede ministerschap dat hij voor zijn CU in de wacht sleepte, is verre van volwaardig. Hij moet het bijna helemaal van fanfare hebben.
Maar dit zijn incidentele omstandigheden. Wezenlijker is dat de uitzondering in de politiek, campagnevoeren, allengs tot regel wordt verheven. Het is alle dagen verkiezingstijd. Daarom is het ook geen toeval dat een van de compagnons van het gewraakte BKB in de verkiezingscampagne van Bos ook al een declarabele ‘functie’ vervulde. Politici die voor zichzelf een theatrale rol opeisen, hebben niet genoeg aan de gebruikelijke communicatieafdelingen. Die kunnen veel, maar tellen (nog) geen spektakelmanagers of mediapersoonlijkheden - operators die ook nog eens voor honderd procent loyaal zijn aan de (partij)politieke persoon van hun opdrachtgever. Vandaar een