Amsterdam, ca. 8 augustus 1948
Beste Hans,
Kun je even in de Leidse Openbare Leeszaal en overal waar je verder komt voor me zoeken naar een vertalinkje van Otto Ludwig, Zwischen Himmel und Erde, dat een jaar of tien geleden bij een uitgeverijtje Prometheus uitgekomen is. Ik ben dit boekje namelijk opnieuw aan 't vertalen en zou een paar maanden winnen, als ik die oude vertaling er naast had. Dus als je hem in Leiden of Den Haag ergens aantreft, gappen! In Amsterdam is hij onvindbaar.
Hermans heeft een baan aan moeten nemen. Hij gaat hetzelfde doen wat Charles Timmer altijd deed, voor de papierfabriek van Van Gelder van de ene grote haven naar de andere varen en overal voor de inscheping de partijen hout keuren.
Van de tijdschriften weet ik niet veel: Er zijn weer eens synthetiserings-pogingen. Maar als je nog eens een proefballon oplaat, zeg er dan bij dat het een proefballon was. Zo neemt niemand je au sérieux.
Ik kom om van de geldnood. Zelfmoord naar menselijke berekening over drie weken. Van mijn boekekast maak ik een literaire prijs. Och, och, wat zonde, dat nou net ik nooit aan schrijven toegekomen ben. Het jongetje van de onderhuren is gisteren jarig geweest. Weet je wat hij gekregen heeft? Een trommel.
Max.