Roseliins oochies, ontleedt(1639)–Daniel Joncktys– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXII. O! Proteu, die van d'Oceaen VVel eer u vvesen hebt ontvaen; Die noch in 's Moeders buyck kryoelt, Die noch in 's Vaders lenden vvoelt; VVien't van de Goden is vergunt Dat g'u in all's hervormen kunt: Kan't vvesen, datje'in't vvoeste nat Het vvesen van een vlamm aenvatt? Dus sprack ick: als my Proteus mond Dêes vrage tot een antvvoord sond: [pagina 105] [p. 105] VVanneer den soetten Oogen-gloed Van ROSELIIN u branden doet; Kan't vvesen, datje klipper-tand, En beeft, in't midden van den brand? Vorige Volgende