Voorwoord
De in dit boek gebundelde interviews zijn naar de tijd van ontstaan ruwweg in twee groepen in te delen: de ene helft stamt uit de jaren 1959/1960, de andere is in de loop van 1964 tot stand gekomen. Wat zich aanvankelijk voordeed als een afsluitende periode bleek achteraf een caesuur: een opdracht van de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen tot het vervaardigen van enige ‘geschreven portretten’ zorgde voor deze verandering. Het heeft mij altijd verbaasd, dat de rijkscommissie van advies inzake opdrachten aan letterkundigen haar werkzaamheden verricht zonder, voor zover mij bekend, enige vorm van ruggespraak met de te begunstigen auteurs omtrent een geschikte inhoud van zo'n opdracht, waardoor de literaire subsidiepolitiek op dit stuk veel gaat lijken op het oudvaderlandse ezeltje-prik. Het is plezierig te constateren dat de overheid, die zich tegenwoordig voornamelijk bezighoudt met het verhogen van de voorspelbaarheid in het leven van zijn burgers, zich zo nu en dan toch op het bereiden van surprises toelegt.
Ik heb de gelegenheid van deze opdracht graag aangegrepen om de oudere interviews samen met de nieuwe te bundelen. Hierdoor is een misschien wat rommelig schuttersstuk ontstaan; in een poging daarin wat verbetering te brengen, heb ik bepaalde delen dan ook overgeschilderd. Ik hoop dat het geheel een niet te brokkelige indruk maakt.
Het interview met W.F. Hermans is opgebouwd uit twee al eerder openbaar gemaakte vraaggesprekken: het ene verscheen in Propria Cures van 28 februari 1959, jrg. 69 nr. 23 en is in verkorte vorm afgedrukt in Voor wie dit leest (Querido 1959), het andere vormde een gedeelte van een uitzending in de toenmalige boekenrubriek van de v.p.r.o.-televisie op 20 oktober 1962.
Het interview met Lucebert verscheen eerder in Tirade nr. 30 (juni 1959); dat met Pierre Kemp in Tirade nr. 31/32 (juli-augustus 1959).
Het interview met Harry Mulisch verscheen eerder in Tirade nr. 37 (jan. 1960), en is ook afgedrukt in Literair akkoord 5 (Bruna, 1961).
Het interview met Richard Minne werd voor het eerst gepubli-