aspecten van de verschillende drukken beschrijft, met inbegrip van een verwijzing naar de voorpublicaties. Deze bibliografie, Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans, samengesteld door Frans A. Janssen en Sonja van Stek, verscheen in 2000.
Schrijven is verbluffen (de titel is ontleend aan DJ IV-95) omvat Hermans' werk voor zover dat in periodieken en als boekbijdragen gepubliceerd is. In bloemlezingen en schoolboeken herdrukte teksten zijn niet vermeld; wanneer een tekst in deze vorm voor het eerst verschenen is, wordt deze uiteraard wel opgenomen. De afzonderlijk verschenen werken van Hermans zijn in deze bibliografie alleen in de index opgenomen; onze bibliografie is als een ‘periodicografie’ te beschouwen.
Voornaamste criterium voor opname in de bibliografie was de actieve autorisatie van de teksten: heeft Hermans de tekst zelf ter publicatie aangeboden? Daarbij hebben we ook vertalingen door Hermans van andermans werk in zijn lijst van publicaties opgenomen, maar niet vertalingen van Hermans' werk. Alle opgenomen titels berusten op autopsie; alleen de nummers 2 en 4 hebben we niet onder ogen gehad. Is een publicatie anoniem of onder pseudoniem verschenen, dan is dat vermeld.
Aan de bibliografie zijn vijf appendices toegevoegd, nl. lijsten van
I ingezonden brieven;
II brieven in werk van anderen;
III antwoorden op enquêtes;
IV interviews met W.F. Hermans;
V ongeautoriseerde verspreide publicaties.
Als criterium voor een ingezonden brief is gehanteerd: het opgenomen zijn in de desbetreffende rubriek van dag- of weekblad. Staat een tekst daarbuiten afgedrukt, dan is deze in de hoofdlijst opgenomen, ook al heeft hij het karakter van een ingezonden brief.
Als Hermans' antwoorden op enquêtes het karakter van een essay kregen, zijn ze niet in de gelijknamige appendix opgenomen maar in de hoofdlijst.
Het begrip interview is ruim genomen; ook in druk verschenen telefonische gesprekken met een journalist zijn als interview be-