Christelijck vermaeck(1645)–Anthony Jansen– Auteursrechtvrijbestaende in verscheyden stichtelijcke rijmen en gesangen Vorige Volgende [pagina 191] [p. 191] Danckbaerheydt. Toon: Nery, de schoonste van u ghebueren, & c. 1 DEn Heylant, die den Duyvel tarte, En dreef dien schender uyt 'et velt, Heeft self door lijden, druck, en smarte Den mensch in vreucht en lust gestelt: 2 Want door sijn pijn en bitter sterven Doet hy den mensch, na dese tijdt, Het eeuwigh-duerend leven erven, Alwaer men altijdt is verblijdt. 3 Wy moeten daerom nimmer weyg'ren Te zijn tot dienst van hem bereydt: [pagina 192] [p. 192] Maer moeten met de sinnen steyg'ren Tot op den top van danckbaerheyt. 4 Wy moeten in dit droevigh leven, In dit elendigh tranen-dal Ons leven tot sijn dienst begheven, Want hy't ghenoegh vergelden sal. 5 Hy wil sijn lieve Dienaers loonen Voor al 'er vlijt en waerde Deucht, Met eeuwig-groenbre Palmen kroonen, En on-uytspreeckelijcke vreucht. Liever. Vorige Volgende