gebeurtenissen gewis in een valsch licht. - De Mémoiresjournaux van Pierre de l'Estoile waren vroeger met weglating van het al te aanstootelijke uitgegeven. De nieuwe editie (Paris, 1875, 1876) heeft al wat op die wijze onderdrukt was, opgenomen, en wordt deswege door een ernstigen en bevoegden beoordeelaar een goed werk (une bonne oeuvre) genoemd. Zoo meenen ook wij met die onverminkte uitgave geen slecht werk verricht te hebben.
Hoe dit zij, de dubbelzinnige belangstelling, aan dat vroeger uitgegeven Journaal ten deel gevallen, heeft ons eenigszins bedenkelijk gemaakt, en zoo zullen wij de hier trouwens in gering getal voorkomende plaatsen weglaten, die veelal niets meer zijn dan staaltjes van den ijdelen roem door losbandige Heeren op hunne liefdesgevallen gedragen. Om van den aard van hetgeen wij weglaten: eenige rekenschap te geven, - vermelden wij, dat in het jaar 1673 slechts twee plaatsen door ons zijn overgeslagen, te weten eene mededeeling van den Luitenant Kolonel Valkenburg, betreffende het slecht gedrag van de dochter van den Raadpensionaris Cats, later Mevrouw de Buat, reeds in hare vroege jeugd, en voorts eenige galanterien, door de Heeren van Walenburg en Ouwerkerk elkander schertsend verweten.
Voor het overige leveren wij hier weder den text zoo nauwkeurig mogelijk, en evenmin van verklarende aanteekeningen voorzien, die, voorzeker, wat de hier vermelde personen betreft, thans minder dan vroeger noodig zijn, nu men het verslag raadplegen kan in de Gids van April 1878 door Jhr. Mr. J.H. Hora Siccama van het vroeger uitgegeven Journaal gegeven, in welk verslag men menige ook hier gewenschte opheldering zal vinden. Maar bovenal de aanteekeningen, met welke Prof. R. Fruin zijne uitgave van Droste's Overblijfsels van geheugchenis verrijkt heeft, bevatten nagenoeg alles wat noodig is om den lezer ook van dit Journaal de hier vermelde personen te doen herkennen. De Bladwijzer achter die aanteekeningen biedt alle gemak aan.