Oeuvres complètes. Tome VIII. Correspondance 1676-1684
(1899)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 2085.
| |
[pagina 4]
| |
den jaere 1665 als wanneer ick tot Amsterdam ginck woonen, alwaer ick in veel heerlijcke vergaderingen, als ook int bysonder, van dhr. Johannes Hudde, Benedictus de Spinosa ende dr. VoldereGa naar voetnoot2) professeur der hoogeschole in philos. tot leyden; menigmael loffelyck hebbe ooren spreken, van uE overtreffelijckheyt in de konsten der philosophie en mathematique: maer beledt sijnde eensdeels door de verre distantie tot Paris, anderdeels door de vrees van uE te importuneren, ben ik soolange opgehouden geweest (en als noch blijve) te meer alsoo ik verplicht ben ten dienste van monseigneur Colbert tot dunkerque de schole van hydrographie te bekleeden. Alsoo dat ick genootsaeckt ben, mijne uytnemende genegentheyt te versadigen door dit letterken. mits welk ick my op het nederste buyge met de aldergrootste ootmoedicheyt voor uwe voeten ter intentie van uE te salueren naer merite van alle uE Edele qualiteyten: en hier naer uE te bidden mij te ontvangen in uwe Armen van uE gratie, ten eynde ik bij uE mocht erkent worden als eener uwer minste vrienden om werdich te genieten met gelegentheyt eennige nieuwicheyden die onder uE hoogescholen tot Paris commen te passeren; tsij in hydrographische astronomische algebraische saken. sonder uE prejuditie en beledt, dit sal mij verbinden gelyck ick gebonden ben door de overvloedige genegenheyt te sijn met alle respect.
uE Seer ootmoedige en geafectionerden Dienaer P. Baert.
1676
Mijn heer ik en hebbe hier geen gelegentheyt van hier iets bij te vougen. rakende onse konsten want ick wel weet dat questien uE niet nieu en sijn: en dat ick | |
[pagina 5]
| |
my versekert houde van uE alweetentheyt in de wiskonsten. maer dat my onlancx in den sin gevallen is om te konnen bepalen de menichte der transpositien die vierentwintich gegeven dingen konnen hebben, als daer sijn die 24 letteren des a.b.c. ofte meer. dat is hoe veel woorden dat men soude konnen formeren met den abc. nemende in elck wordt geen twee gelijke letteren. mitsgaders de meenichte van de worden bestaende uyt 1. 3. 4 &a letteren. Dit ingesien hebbende ben gecommen tot myn intentie en ik soude uE. de particulieriteyt mede gesonden hebben ten waer dat ick niet en weet of by uE. ofte bij ander tot paris daer op oyt is gedacht indien Jae ik soude dien weg geern weeten en soo niet soo haest ik van uE sal verstaenGa naar voetnoot3) sal uE. mynen weg toesenden. ik weet dat uE. dit alles wel soudet connen vinden duysentmael beeter als ik gedaen hebbe maer ick weet dat uwe wijsheyt niet onaengenaem en is een anders sin ook te verstaen.
A Monsieur Monsieur Huygens de Zuylichem Conseiller du Roy en ses conls. Doyen de l'academie Royalle
De Paris. |
|