| |
| |
| |
Aanvullingen en verbeteringen op deel I-V.
I, blz. 2, No. 3, Noot 2, reg., 1684 lees: 1584 |
I, blz. 45, No. 80, Noot 3. Juffrouw van Santen was waarschijnlijk niet Charlotte, maar Catharina van Santen; deze woonde in de buurt van Huygens' moeder. |
I, blz. 45, No. 80, Noot 6. Mevr. van Eewsum was waarschijnlijk niet Anna van der Does, de vrouw van Caspar van Eewsum, maar Maria Diert, weduwe van Jhr. Ulrich van Eewsum. Ook zij woonde dicht bij Huygens' moeder. |
I, blz. 165, No. 236, Noot 3. Nathalia van Cromfliet, die in Juni 1624 met Jonathan van Luchtenburch trouwde, woonde naast Huygens' moeder. |
I, blz. 176, No. 257, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)*
N.B. Het Hs. van eenige brieven van Huygens aan Hooft en aan J. Baeck is teruggevonden onder de papieren van Hooft in de Bibliotheek der Kon. Akademie. |
I, blz. 224, No. 378, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 224, No. 378, reg. 6, assche lees: assen |
I, blz. 224, No. 378, reg. 7, 24en Nov. is niet volkomen duidelijk; het kan ook: 28en Nov. zijn. |
I, blz. 232, No. 396, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 232, No. 396, reg. 4 v.o., achter otia moet het woord scribentis worden ingevoegd. |
I, blz. 233, No. 397, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 233, No. 397, reg. 4, zooveel lees: zoo |
I, blz. 233, No. 397, reg. 5, 6, nieuwe besemen lees: niewe bessemen |
I, blz. 239, No. 407, Deze brief van J.I. Pontanus is gedrukt in Brieven van en aan Jo. Is. Pontanus, 1595-1639, uitgegeven door P.N. van Doorninck en P.C. Molhuysen, Haarlem, 1909, blz. 49. |
I, blz. 277, No. 495, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 277, No. 495, reg. 3, zelf lees: geeft |
I, blz. 277, No. 495, reg. 8, het [hem] lees: hem |
I, blz. 286, No. 514, opschrift, (L.B.) lees: (A.B.) |
I, blz. 289, No. 522, opschrift, lees: Aan J. Baeck. (K.A.)* |
I, blz. 290, No. 524, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 290, No. 524, reg. 2, tzedert lees: zedert |
I, blz. 290, No. 524, reg. 2, lappen lees: lassen |
I, blz. 292, No. 528, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 292, No. 528, reg. 3, deze lees: desen |
I, blz. 292, No. 528, reg. 5, Amsterdam lees: Amsteldam |
I, blz. 296, No. 537, opschrift, lees: Aan J. Baeck. (K.A.)* |
I, blz. 296, No. 537, reg. 1, tussen lees: tuschen |
I, blz. 296, No. 537, reg. 5, hadde lees: hadd |
I, blz. 298, No. 545, opschrift, lees: Aan J. Baeck. (K.A.)* |
I, blz. 305, No. 564, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 305, No. 564, reg. 9, aerdichs lees: aerdicherts |
I, blz. 305, No. 564, reg. 12, U Ed. lees: hem |
| |
| |
I, blz. 307, No. 569, in het opschrift is weggevallen: (H.A.) |
I, blz. 316, No. 598, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 316, No. 598, reg. 3, terug lees: terugge |
I, blz. 316, No. 598, reg. 3, 't lees: se |
I, blz. 316, No. 598, reg. 5, de heele lees: den heele |
I, blz. 332, No. 641, Noot 6. David Nuyts woonde dicht bij Huygens' moeder. |
I, blz. 379, No. 738, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 379, No. 738, reg. 2, gesuyst lees: getuytt |
I, blz. 379, No. 738, reg. 8, hy er mede dreighen(?) lees: hij 'er mij mede dreighen |
I, blz. 379, No. 738, reg. 10, mysteriënketels lees: mysterieuse ketels |
I, blz. 379, No. 738, reg. 4 v.o., in 't vervolch lees: 't vervolch |
I, blz. 389, No. 760, Noot 1, reg. 4, 1619 lees: 619 |
I, blz. 399, No. 771, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
I, blz. 399, No. 771, reg. 1, vraeght lees: waeght |
I, blz. 400, No. 773, reg. 6, vertigali lees: vectigali |
I, blz. 481, No. 958, reg. 2, bij Petershem behoort de volgende noot: Deze heerlijkheid was eene bezitting van de familie van Merode. |
II, blz. 30, No. 1031, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft. (K.A.)* |
II, blz. 31, No. 1031, reg. 5, veel lees: vele |
II, blz. 31, No. 1031, reg. 8, store lees: stoote |
II, blz. 31, No. 1031, reg. 8, heere lees: heer |
II, blz. 104, No. 1224, Noot 2 moet aldus worden gelezen: Claude de Lannoy, graaf de la Motterie († 1643), trad reeds in 1595 in Spaanschen dienst, waarin hij zich zeer onderscheidde, en werd generaal der artillerie. |
II, blz. 233, No. 1546, reg. 1, Beauvais lees: Beauvizer Zie V, blz. 414, No. 5790, Noot 5. |
II, blz. 239, No. 1559, reg. 10, lollaert lees: Collaert 6)
en als Noot: Zie over de drie Duinkerksche admiraals van dien naam, blz. 211, Noot 1. |
II, blz. 267, No. 1627, Noot 1. Caspar Streso werd 29 Maart 1629 op 23-jarigen leeftijd te Groningen als student ingeschreven. |
II, blz. 369, No. 1858, laatste regel, 1631 lees: 1638 |
II, blz. 384, No. 1899, Noot 2 moet aldus luiden: Jan Louis graaf van Waldeck was een jongere broeder van Philips Theodoor en vrijwilliger in het leger der Staten. Hij was 18 jaren oud, toen hij sneuvelde. |
II, blz. 516, No. 2282. Beverwyck heeft zijn plan volvoerd en den slag bij Duins beschreven in het werkje De Spaensche Xerxes, ofte, beschrijvinge ende vergelijckinge van den Scheeps-strijdt tusschen de groote Koningen van Persen ende Spaengjen, tegen de Verbonden Griecken, ende Nederlanders. Dordrecht, 1639. - Het boekje werd het volgende jaar herdrukt. |
III, blz. 55, No. 2431, reg. 11 v.o. Bij Lucas Cayro behoort de volgende noot: Hij was luitenant-generaal der Spaansche ruiterij. |
III, blz. 56, No. 2432, reg. 10. Bij Louis Cayro behoort de volgende noot: Hij is genezen, werd later commissaris-generaal der ruiterij en in 1661 baron van Morselle. |
III, blz. 132, No. 2605, reg. 3. Bij Fockenstaert - de naam is in het register uitgevallen - behoort de volgende noot: Gerard Fockestaert was rentmeester van de domeinen te Heusden. |
III, blz. 265, No. 2922, Noot 3 moet aldus worden aangevuld: De aangehaalde versregels van Roemer Visscher komen met eenige wijziging voor in zijne Brabbeling, 1614, blz. 10. |
III, blz. 265, No. 2950, Noot 8. Lambertus van den Waterlaet was religieus geweest in het St. Aechtenklooster te Gennep. |
III, blz. 361, No. 3191, opschrift, L. van Zijll lees: P. van Zijll |
| |
| |
III, blz. 282, No. 2994, Noot 3 moet aldus luiden: George Frederik graaf van Waldeck (1620-1692) deed 27 Aug. 1642 den eed als ritmeester, werd in 1648 majoor en diende tot 1653. (Meded. van den Heer Wakker.) Daarna trad hij in dienst van Brandenburg, maar keerde later naar de Zeven Provinciën terug en werd in 1667 kolonel, in 1672 veldmaarschalk en in 1679 gouverneur van Maastricht. Hij werd in 1682 vorst van Waldeck-Pyrmont en Culemborg en huwde in 1643 Charlotte Elisabeth gravin van Nassau-Siegen (1619-1694). |
III, blz. 300, No. 3034. De brief is niet gericht aan A. Rivet, maar aan H. Grotius. |
III, blz. 423, No. 3354, Noot 8 moet aldus worden aangevuld: Frédéric Rivet is in December 1666 gestorven. |
III, blz. 466, No. 3469. In het eerste gedeelte van den brief wordt gedoeld op een duel tusschen Maurice de Coligny en den hertog de Guise, waarin de eerste gedood werd. De graaf d'Estrades was getuige bij dat duel. |
III, blz. 468, No. 3475, opschrift, lees: Aan P.C. Hooft.(K.A.)* |
III, blz. 468, No. 3475, reg. 6, dat er lees: datter |
III, blz. 510, No. 3590, Noot 10, Zie No. 3590. lees: Zie No. 3591. |
IV, blz. 284, No. 4280, Noot 1. Albertus Rusius, geb. te Emmen, werd 15 Dec. 1633 als student te Groningen ingeschreven. |
IV, blz. 428, No. 4675. Deze brief aan G. Brandt is ook gedrukt bij Joan de Haes, Het leven van Geraert Brandt..... 's Gravenhage, 1740, blz. 118. |
IV, blz. 489, No. 4851, reg. 10, gisolreut(?) lees: gi(?), sol, re, ut |
IV, blz. 489, No. 4851, reg. 4 v.o., weke(?) lees: weke |
IV, blz. 496, No. 4873, reg. 4, ses lees: ces |
IV, blz. 561, No. 4885, reg. 11, sperare lees: audire sperare |
IV, blz. 504, No. 4892, Noot 2 moet aldus luiden: Er is sprake van een portret van Descartes in 1644 geëtst door Fr. van Schooten Sr. (vgl. IV, blz. 265), die behalve mathematicus een zeer goed etser was. - Dan moet volgen, wat nu in Noot 2 staat. |
V, blz. 18, No. 4971, Noot 3. De Sieur d'Arminvilliers heette waarschijnlijk niet Louis, maar Maximilien de Beringhen. |
V, blz. 88, No. 5139, Noot 8 moet luiden: Dr. Johan Copes was tot zijn dood († 1669) resident van den Keurvorst van Brandenburg in den Haag. |
V, blz. 101, No. 5159, Noot 2, lees: Gabriel Sylvius (zie V, blz. 570) was de brenger van den brief. |
V, blz. 215, No. 5364, Noot 5, reg. 2, 3, (vgl. II, blz. 406) lees: (vgl. I, blz. 406) |
V, blz. 469, No. 5898, Noot 3 moet luiden: Claude de Bazin, chevalier de Bezons (1617-1684), was ‘intendant de la justice, police et finances en Languedoc’. In het laatst van zijn leven was hij deken der Académie. |
V, blz. 563, No. 6093, Noot 1, No. 534 lees: No. 5347 |
V, blz. 571, No. 6117, reg. 2, die, welke u pas zijn toegezonden, lees: dat, wat u pas is toegezonden |
|
|