Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

(1917)–Constantijn Huygens– rechtenstatus


7. D. TuldenusGa naar voetnoot3). (B.M.) Lat. Gij beloont het zenden van mijn boek met een exemplaar van uwe Nederlandsche gedichtenGa naar voetnoot4)! Nu kan lk u nog meer dan vroeger bewonderen. Hoe heerlijk moet het wezen, in zoovele talen dichter te zijnGa naar voetnoot5)!	voetnoot3) Zie I, blz. 288. voetnoot4) Blijkbaar de Otia (1625). voetnoot5) Het afschrift heeft plaats, jaartal, noch datum. Maar de brief is zeker kort na 12 Febr. 1631 geschreven (zie No. 576; I, blz. 310).