Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 460]
| |
7239. Aan de vrouwe Van RoosendaelGa naar voetnoot1). (K.A.)Met dit papierken in de hand quam ick U.E. Ed. geluck op haer vertreck wenschen, maer, t'allen ongeluck, wat te laet. Of mij dan het geluck niet meer en gebeurde van U.E. Ed. vriendelijck aensicht te sien - sulcx, naer mijne jaeren, geen wonder waere - derve ick het noch by geschrift laten volgen, ter ongeveinsde getuijghenis ende gedachtenis van de oprechtige eerbiedinge, die ick altoos gehadt hebbe voor het paer van Roosendael, en altoos hebben sal, soo lang ick met beider gunst en verlof sal mogen heeten ..... 25 Martij 86. |
|